Tagarchief: Kunstenaar

Tips om niet te worden uitgebuit als kunstenaar

Elke twee weken schrijft schrijver/kunstenaar Jan Hoek voor Vice over kunst. Deze week beschrijft hij wat je kan doen als kunstenaar om te zorgen dat je niet al te erg wordt uitgebuit.

Als eerste dit: als je besloten hebt kunstenaar te worden, dan zal het je niet ontgaan zijn dat je voor een werkveld hebt gekozen waar geen vloeibaar goud uit de kraan komt. Je zal dus moeten accepteren dat je waarschijnlijk de rest van je leven de AH Basic-producten in de supermarkt moet blijven kopen.

Ook de mensen die geen kunstenaar zijn, maar wel besloten hebben om ‘iets’ in de kunst te doen, bijvoorbeeld het maken van een kunsttijdschrift of het runnen van een tentoonstellingsruimte, zitten in hetzelfde schuitje. In een ideale wereld zouden zij de mensen zijn die jou zouden betalen, maar helaas bestaat die wereld niet. Want geloof me, de meeste kunstinstellingen zouden als ze de keus hadden al hun kunstenaars overladen met juwelen, suites voor hen huren in het W hotel en de allerduurste callgirls of -boys of wat dan ook’s voor hen bestellen. Want zoveel houden ze van hun kunstenaars.

Helaas groeit het geld – zeker in de culturele sector – niet aan de bomen, dus tot die tijd moet je als kunstenaar met iets minder genoegen nemen. Nou vinden wij kunstenaars het helemaal niet zo erg om soms iets anders te drinken dan champagne, maar soms zijn de deals die kunstinstellingen ons voorschotelen zo onfortuinlijk, dat het aan onze eigenwaarde knaagt.

Het zal altijd schipperen blijven tussen zakelijk zijn en voor je belangen opkomen, en die onsympathieke kunstenaar worden die zichzelf voor elk aanbod te goed voelt. Die lijn is soms dun, maar ik hoop dat je met onderstaande tips, over wat je nooit moet doen, beter weet wanneer je als kunstenaar wel en niet op je strepen moet staan.

DOE DEZE DINGEN NOOIT:

dont1

Zelf een crowdfundingcampagne opzetten zodat een instelling jouw show kan betalen

Dit is iets wat ik het afgelopen jaar al een paar keer gehoord heb. Kunstenaars worden door een groot prestigieus museum gevraagd om een show te houden met werk dat al eerder gemaakt is en vervolgens vraagt het museum aan de kunstenaar om zelf een Voordekunst.nl op te zetten om de kosten te dekken van de tentoonstelling.

Dit is iets waar je als kunstenaar NOOOOOIT mee akkoord moet gaan. Een instelling mag jou dan misschien niet kunnen betalen – dat is al niet zo leuk – maar jou laten opdraaien voor de kosten van de show is absoluut niet oké. Dat blijft hun verantwoordelijkheid. Musea zouden dit niet eens moeten durven proberen, en wij kunstenaars moeten hier dus heel consequent nooit mee akkoord gaan.

dont2

Doen alsof het normaal is dat je niet betaald wordt

Kijk, het is onvermijdelijk dat je als kunstenaar vaak dingen gratis gaat doen. De ene keer doe je dat omdat je gevraagd wordt door twee schattige 24-jarige kunstgeschiedenisstudenten die al hun geld bijeen hebben gespaard om zelf op zolder een kunstmagazine te maken; de andere keer doe je dat omdat je misschien niet betaald krijgt, maar wel in een museum komt te hangen waarvan je weet dat er heel veel mensen gaan komen. Het eerste doe je omdat je geen lul wil zijn naar anderen, het tweede omdat je dat ook niet wil zijn naar jezelf.

MAAR: wat kunstenaars in beide situaties eigenlijk altijd zouden moeten doen, is duidelijk maken hoeveel geld je hen eigenlijk sponsort door het voor niks te doen.

Reken op kunstenaarshonorarium.nl uit wat je eigenlijk zou moeten krijgen, zet dat bedrag in een factuur en geef vervolgens zoveel korting dat je 0 euro factureert, waardoor de instelling precies ziet hoeveel geld jij hen sponsort.

 

dont3

Een werk doneren in ruil voor een show

Deze valt eigenlijk in dezelfde categorie als hierboven. Het kan gebeuren dat een museum of instelling zegt: ‘Wij stoppen zoveel geld in deze show, daarvoor willen wij een werk terug.’ Dat is eigenlijk een rare redenatie, want het is gewoon hun werk om shows te organiseren. Ze doen dat niet als een cadeautje voor de kunstenaar.

Wel moet ik eerlijk zeggen dat ik dit in het begin van mijn carrière ook weleens heb gedaan en dat precies die show ervoor gezorgd heeft dat ik succes ging krijgen met mijn werk. Achteraf heb ik dus absoluut geen spijt van de show. Ik had hem voor geen goud willen missen, maar precies om die reden vind ik de deal dus eigenlijk op een dwingende manier heel erg niet oké.

dont4

Geld betalen om als talent gescout te kunnen worden

Dit is iets wat vooral in de fotowereld speelt. Vooral als je net afgestudeerd bent, weet je dat er met jou honderden jonge fotografen net klaar zijn met studeren, die allemaal staan te springen om gezien te worden. Het is dus taak om te zorgen dat jij eruit springt en niet direct in de vergetelheid raakt.

Nou is er gelukkig een markt ontstaan waar jij bij talloze plekken al je geld kunt spenderen, in de hoop dat ze jou uiteindelijk in the picture zetten als nieuw fotografietalent.

Zo organiseert fototijdschrift GUP elk jaar NEW, waarin 100 jonge Nederlandse fotografen 300 euro betalen om gebundeld te worden in een boek dat belooft de 100 nieuwste Nederlandse fototalenten te publiceren. Daarnaast kan je je jaarlijks voor 35 euro opgeven voor de FOAM Talent Call, en zijn er internationaal ook nog LensCulture, Life Framer en talloze andere initiatieven die je kan betalen om jezelf in de kijker te spelen.

Al deze initiatieven worden niet gerund door Satan, maar door mensen die oprecht om fotografie geven, en hieraan meedoen kan je ook echt iets opleveren. Toch vind ik dat we hier eigenlijk niet aan zouden moeten meedoen. Ze laten namelijk allemaal de fotograaf betalen voor iets wat hun werk is: het scouten van talent en het maken van tijdschriften of fotowebsites.

Daarnaast zijn het er inmiddels zoveel, dat er een soort cultuur is ontstaan waarin het lijkt alsof het voor een beginnend fotograaf geen optie is om hier niet aan mee te doen. De fotograaf die zijn geld liever uitgeeft aan spannende fotoprojecten wordt niet gezien. En ik zou persoonlijk toch aanraden om daar je geld aan uit te geven.

dont5

De rechten op je werk weggeven

Het kan zijn dat je op een gegeven moment door een galerie gevraagd wordt om samen een show te doen, of misschien wil een galerie je zelfs wel voor eeuwig vertegenwoordigen. Gefeliciteerd! Het garandeert je nog steeds niet dat je echt gaat geld verdienen met je kunst, maar de kans wordt er wat wel groter op.

De gangbare deal is dat als een galerie jouw werk verkoopt, zij 50% daarvan houden. In eerste instantie vond ik dat best veel voor de galerie, maar inmiddels snap ik dat zij ook echt veel moeten investeren om jouw werk te verkopen en dat bovendien voor prijzen doen waarvoor je het zelf nooit zou kunnen. Bovendien houdt het nog steeds in dat als je werk ooit voor een miljoen verkocht wordt, jij in ieder geval de helft krijgt.

Vorig jaar kreeg ik een mailtje van een nieuwe galerie in Amsterdam, The Public House Of Art. Zij kwamen met een nieuw model: of ik voor 500 euro per werk nieuwe werken voor hen wilde maken. Die zouden zij dan vervolgens in een oplage van 30 verkopen met alle winst voor henzelf.

Dit lijkt me typisch een voorbeeld van een deal waar je nooit mee akkoord moet gaan. Want stel je voor dat ze je werk als warme broodjes verkopen, dan ben je uiteindelijk alleen maar verschrikkelijk aan het balen dat zij er misschien wel tonnen mee verdienen en voor jou de koek op is.

dont6

 Zelf niet proberen om geld te vragen

Als mensen je vragen iets gratis te doen, dan betekent dat niet altijd dat er geen geld is. Instanties hebben de neiging om, wanneer ze je bijvoorbeeld vragen een lezing over je werk te geven, dat op een toon te doen alsof ze je tante zijn, die vraagt of je gezellig de vakantiefoto’s van Thailand komt laten zien met een kopje thee erbij. Heel vaak blijkt dat als je om geld vraagt, het er gewoon is.

Ik heb zelf als stelregel dat als degene die jou vraagt betaald krijgt om jou te vragen voor iets, er ook geld voor jou moet zijn. En zelfs als dat niet zo is, kan je het altijd nog proberen.

Dat waren mijn tips, ik wens je veel succes met je kunstenaarscarrière, en geniet straks van je AH Basic-maaltijd!

bron: Vice

De fiscale gevolgen van de verhouding tussen kunstenaar en galeriehouder

Die behandelen we hieronder puntsgewijs.

Bemiddeling en omzetbelasting

Bemiddeling gebeurt doorgaans door galeriehouders en agenten. Maar ook collega-kunstenaars kunnen bemiddelen. Het volgende geldt voor alle bemiddelaars, ook wanneer we in de tekst alleen de galeriehouder noemen.

In het geval dat de galeriehouder bemiddelt levert de kunstenaar een kunstwerk aan de koper. Dat kan met een omzetbelastingtarief van 6%.

De galeriehouder brengt daartegenover een provisie in rekening, en díe wordt verhoogd met 21% aan de kunstenaar in rekening gebracht.

Er zijn in dit geval dus twee transacties: de verkoop van het werk; en de dienstverlening van de galeriehouder. In de praktijk worden de financiële gevolgen van deze twee transacties met elkaar verrekend. De kunstenaar krijgt het verschil tussen beide transacties uitbetaald. Meestal vergezeld van een afrekening. En vaak is die helaas onbegrijpelijk. Wanneer je beseft dat er twee transacties zijn die met elkaar verrekend worden, wordt zo’n afrekening vaak wel begrijpelijker.

Dutch Design Week 2009

Een voorbeeld van bemiddeling

Een beeldhouwer biedt een bronzen werk aan. Een galeriehouder bemiddelt. De kunstenaar bespreekt de mogelijke prijs met de galeriehouder en beiden komen overeen dat het werk voor € 4.000 exclusief omzetbelasting wordt aangeboden. Beiden spreken ook af dat de galeriehouder bij verkoop een provisie krijgt van 40%.

De verkoop slaagt. De galeriehouder rekent af met de kunstenaar en geeft deze een afrekening. De afrekening bestaat uit drie delen:

  • 1. De verkoop van de kunstenaar aan de nieuwe eigenaar
  • 2. De bemiddelingsprovisie die de galeriehouder in rekening brengt aan de kunstenaar
  • 3. Het verrekenen van beide uitkomsten onder 1 en 2

De verkoop wordt als volgt afgerekend:

  • 1. De kunstenaar krijgt de verkoopprijs van € 4.000 plus € 240 omzetbelasting. In totaal ontvangt de kunstenaar dus € 4.240 van de galeriehouder.

De bemiddelingsprovisie wordt ook afgerekend:

  • 2. De kunstenaar is aan de galeriehouder een bedrag van 40% over € 4.000, ofwel € 1.600 verschuldigd. Dit wordt verhoogd met 21% omzetbelasting ofwel € 336. In totaal betaalt de kunstenaar dus € 1.936 aan de galeriehouder.

Opbrengst en provisie worden met elkaar verrekend:

  • 3. De kunstenaar moet van de galeriehouder ontvangen € 4.240. De kunstenaar moet aan de galeriehouder betalen € 1.936. Per saldo ontvangt de kunstenaar van de galerie € 4.240 minus € 1.936 ofwel € 2.304.

Dutch Design Week 2009

Model afrekening
van: galeriehouder aan: kunstenaar
.
voor de kunstenaar ontvangen
levering van kunstwerk
bedrag exclusief btw 4.000
btw 6% 240
bedrag inclusief btw 4.240
.
door de kunstenaar te voldoen:
bemiddelingsprovisie 40% van € 4.000
bedrag exclusief btw 1.600
btw 21% 336
bedrag inclusief btw 1.936
.
verrekening van opbrengst en kosten:
te ontvangen door kunstenaar 4.240
te betalen door kunstenaar 1.936
per saldo te ontvangen door kunstenaar 2.304

Dutch Design Week 2009

Model-afrekening in excel

Deze beschrijving van hoe een afrekening zou moeten worden opgebouwd hebben we ook in een model-overzicht opgenomen. Het is een excel-bestand dat je kunt ‘downloaden’. Je kunt het gebruiken om een afrekening te maken. Je kunt het ook gebruiken om een afrekening die je hebt ontvangen, te controleren.

Het verschil tussen eenvoudig en ingewikkeld zit in de verwerking van door de galeriehouder voorgeschoten kosten en de verwerking van verkoopkortingen.

Factuureisen

De afrekening van de galeriehouder is in wezen een samenvatting van twee facturen. De afrekening moet dan ook voldoen aan de factuureisen die de wet op de omzetbelasting stelt. Hier noemen we alleen dat de afrekening de omzetbelastingnummers van zowel de galeriehouder als van de kunstenaar moet bevatten.

Het omzetbelastingnummer van de kunstenaar heeft de notatie nl.sofinummer.B.01 en wordt ook wel genoemd het BTW-identificatienummer. Dit nummer is nodig om het recht op teruggave van omzetbelasting te waarborgen. Méér hierover in het artikel: De factuur.

Dutch Design Week 2009

Wat levert dit de kunstenaar op?

De kunstenaar is omzetbelastingplichtig. De 6% omzetbelasting op de verkoop krijgt hij of zij weliswaar van de koper, maar dit bedrag moet vervolgens worden afgedragen aan de belastingdienst. De werkelijke opbrengst is dus € 4.000.

De omzetbelasting die de galeriehouder op de bemiddelingsprovisie heeft gezet, kan de kunstenaar weer terugontvangen van de belastingdienst. De werkelijke kosten van de bemiddeling zijn dus € 1.600.

De winst voor de kunstenaar in deze transactie is daarmee € 4.000 minus € 1.600 ofwel € 2.400.

De bedragen voor omzetbelasting hebben geen invloed op deze winst. Immers, wat je binnenkrijgt moet je ook afdragen; wat je van de fiscus terugkrijgt, betaal je aan de galeriehouder. Van omzetbelasting wordt je niet rijker of armer.

Dutch Design Week 2009

Verkoop aan de galerie zelf

Wanneer je kunstenaar bent en een werk verkoopt aan een galerie, zul je daarvoor een factuur moeten sturen. De prijs die je overeengekomen bent verhoog je met 6% omzetbelasting, en de galeriehouder betaalt vervolgens.

De omzetbelasting ben je verschuldigd over het tijdvak waarin je de factuur verzonden hebt of had moeten verzenden. Je bent verplicht de factuur te zenden, maximaal één maand na de verkoopovereenkomst. Stel, je verkoopt aan een galerie een beeldhouwwerk voor € 4.000. De overeenkomst komt tot stand op 20 februari. Je zult nu vóór 20 maart een factuur moeten sturen aan de galerie voor € 4.000 plus € 240 omzetbelasting zodat je te ontvangen hebt € 4.240.

Wanneer je per kwartaal aangifte omzetbelasting doet is deze verkoopopbrengst belast in het eerste kwartaal. Dat betekent dat je in de aangifte die je in april doet over de periode januari tot en met maart, het bedrag van € 240 moet opnemen.

Wanneer de galeriehouder het bedrag van € 4.240 pas overmaakt in mei of juni, is het misschien vervelend dat je al in april € 240 omzetbelasting moest afdragen over deze transactie. Toch ontkom je daar niet aan. De factuurdatum, mits tijdig gefactureerd, is bepalend voor de afdracht. Dit wordt het factuurstelsel genoemd.

Dutch Design Week 2009

Buitenlandse verkopen

Bij verkoop naar buitenland kan heffing van omzetbelasting achterwege blijven onder strenge voorwaarden. De galeriehouder moet daar zorgvuldig mee om gaan. Zo niet, dan is de schade groot.

In het kort: de verkoop naar het buitenland kan met 0% omzetbelasting plaatsvinden, mits het vervoer naar het buitenland aangetoond wordt. Bovendien: bij een levering binnen de EU geldt die 0% omzetbelasting alléén wanneer de afnemer een omzetbelastingplichtige ondernemer is. Dat moet gecontroleerd worden aan de hand van diens omzetbelasting-identificatienummer.

In het belang van de kunstenaar zal de galeriehouder het vervoer en de levering zó moeten regelen dat de kunstenaar voor wie hij of zij werkt aan de bewijslast kan voldoen wanneer er met 0% omzetbelasting wordt geleverd. Wanneer dat niet goed wordt geregeld is de kunstenaar het slachtoffer van een probleem met de belastingdienst. Eventueel kan de galeriehouder voor de schade aansprakelijk gesteld worden.

Dit wordt uitgebreider in een afzonderlijk artikel verkopen naar het buitenland behandeld.

Korting bij verkoop

Wanneer een korting wordt gegeven aan een koper, mag dat alléén met instemming van de kunstenaar. Wanneer die instemming er is betekent het dat de kunstenaar slechts btw hoeft af te dragen over de prijs na korting. De afrekening tussen galeriehouder en kunstenaar wordt dan iets ingewikkelder:

Kostenvergoedingen

Soms schieten galeriehouders kosten vóór aan de kunstenaar. Daarover hoort vooraf overeenstemming te zijn tussen beiden. Het gaat hierbij meestal om bijdragen in exposities of bijzondere activiteiten. Ook inlijsting komt veel voor. Voorgeschoten kosten worden exclusief omzetbelasting doorberekend, omdat de galeriehouder immers de omzetbelasting daarop al heeft teruggevraagd. Wanneer de kunstenaar omzetbelastingplichtig is, is de omzetbelasting geen kostenpost.

Hier een model van een afrekening tussen galerie en kunstenaar, waarin zowel een korting alsook voorgeschoten kosten worden verrekend:

Dutch Design Week 2009

Galerieverkopen en de winstberekening in de inkomstenbelasting

Het moment van de verkooptransactie is bepalend voor de winstberekening. Dat wil zeggen dat de opbrengst moet worden opgenomen in de verlies- en winstrekening van het jaar waarin de verkoop plaats vindt. Vertraging in de afrekening van een verkoop is geen reden de winst naar een volgend jaar te verplaatsen.

Alleen al daarom is het belangrijk dat de galeriehouder tijdig afrekent met de kunstenaar. Dat wil zeggen, tijdig de koopsom incasseert bij de afnemer en die tijdig doorbetaald aan de de kunstenaar. Latere afrekening mag natuurlijk ook, maar alléén wanneer dat uitdrukkelijk overeengekomen is.

Dit wordt uitgebreider in een afzonderlijk artikel: Inkomstenbelasting en galerieverkopen behandeld.

Kortingen bij verkoop

Het kan voorkomen dat de galeriehouder in de onderhandelingen met een koper een korting aanbiedt, of een vraag om korting wil accepteren. Omdat de galeriehouder namens de kunstenaar handelt, mag in de meeste gevallen een besluit tot korting niet alléén door de galeriehouder genomen worden. Dat is hoogstens anders wanneer zo’n besluitvorming vooraf in een bemiddelingsovereenkomst is overeengekomen.

Wanneer de kunstenaar accoord gaat met een korting, vermindert deze de verkoopopbrengst. Het commissiepercentage dat de galeriehouder voor zijn of haar bemiddeling toekomt, wordt dan berekend over die verlaagde opbrengst. In dat geval delen kunstenaar en galeriehouder de korting.

Wanneer er geen accoord is, en de korting is toch verleend, dan draagt de galeriehouder die korting alléén.

Hier een voorbeeld van een afrekening waarin een korting is verwerkt waarover kunstenaar en galeriehouder het eens zijn. Bovendien is in deze afrekening een bedrag voor expositiekosten opgenomen dat de galeriehouder heeft voorgeschoten voor de kunstenaar:

Model afrekening
van: galeriehouder aan: kunstenaar
.
voor de kunstenaar ontvangen
wegens levering van een kunstwerk
opbrengst exclusief btw 4.000
af: korting in overleg 500
opbrengst na korting 3.500
btw 6% 210
bedrag inclusief btw 3.710
.
door de kunstenaar te voldoen:
bemiddelingsprovisie 40% van € 3.500
bedrag exclusief btw 1.400
btw 21% 294
bedrag inclusief btw 1.694
.
voorgeschoten bijdrage in expositiekosten exclusief btw 300
.
verrekening van opbrengst en kosten:
te ontvangen door kunstenaar 3.710
te betalen door kunstenaar: commissie 1.694
te betalen door kunstenaar: expositiekosten 300
per saldo te ontvangen door kunstenaar 1.716

In dit voorbeeld is de opbrengst voor de kunstenaar € 3.500 en zijn of haar bemiddelingskosten zijn € 1.400. De verkoop levert de kunstenaar dus € 2.100 op. Dat is € 300 minder dan wanneer er géén korting zou zijn verleend. Dat komt overeen met 60% van de verleende korting exclusief omzetbelasting.

De galeriehouder krijgt nu € 200 minder dan wanneer de korting niet zou zijn verleend. Dat komt overeen met 40% van de verleende korting exclusief omzetbelasting. De kunstenaar en galeriehouder hebben de afgesproken korting dus verdeeld al naar gelang het commissiepercentage. Zo hoort het.

De verrekening van een bijdrage in expositiekosten fietst daar doorheen. Uiteindelijk houdt de kunstenaar aan deze transactie € 1.800 over (€ 3.500 – € 1.400 – € 300).

Moet dat nu, zo’n afrekening?

Nee, dat moet niet.

Evengoed kan de kunstenaar aan de galeriehouder gewoon een factuur sturen voor de verkoop van het werk. De kunstenaar factureert dan aan de galeriehouder wegens “door u voor mij verkocht werk”. In bovenstaand voorbeeld zou dat een factuur zijn voor € 4.000 exclusief btw plus 6% btw ad € 240; in totaal € 4.240.

Daartegenover krijgt de kunstenaar een factuur van de galeriehouder wegens “door ons verleende bemiddeling”. Die factuur zou dan gaan om een commissie van € 1.600 plus € 336 btw; in totaal € 1.966.

Verrekening van de betaling van deze twee facturen ligt dan voor de hand. Dan is verrekening van die facturen op één afrekening nog maar een kleine stap. Daarbij speelt ook een rol dat de galeriehouder als eerste weet dat het werk verkocht is, en dan zelf het initiatief neemt tot de afrekening.

Een gevaar daarvan komt helaas nogal eens voor: de galeriehouder rekent pas véél later af met de kunstenaar omdat die toch nog niet weet dat zijn of haar werk verkocht is. Zo’n galeriehouder leent dus in wezen van de kunstenaar. Niet zo fraai in een volwassen zakelijke relatie.

Dutch Design Week 2009

Wat nu als de kunstenaar niet btw-plichtig is?

De bespreking hierboven ging uitsluitend over afrekeningen aan kunstenaars die btw-plichtig zijn. Dat geldt voor de meeste kunstenaars, die net als alle andere zelfstandigen aan het economisch verkeer deelnemen.

Toch komt het voor dat kunstenaars niet die plicht op zich hebben genomen. Omdat ze er niet over nadachten, of omdat ze er geen zin in hadden, of omdat hun activiteiten gering van omvang zijn. Soms ook op initiatief van een ambtenaar van de belastingdienst nota bene, die er dan weinig voor voelt om kleine ondernemers btw terug te geven.

Het gebeurt vaak dat een kunstenaar daardoor ongemerkt benadeeld wordt. Een teruggaaf van btw over de kosten en investeringen in de kunstpraktijk blijft achterwege. Of een verkoop van werk aan een ondernemer wordt daardoor te duur. Ook het voordeel van de kleine-ondernemersregeling ontgaat deze kunstenaar. Ondanks de wat lastiger administratie vinden wij het zelden verstandig wanneer een kunstenaar niet btw-plichtig is.

Ongeacht dit soort vragen gaat het hier over de gevolgen daarvan voor de galerie-afrekening.

De galeriehouder moet zich ervan vergewissen of de kunstenaar btw-plichtig is of niet. Al is het maar omdat op de afrekening aan de kunstenaar diens of haar btw-nummer moet worden opgenomen. Maar bovendien zou het nogal vervelend zijn voor een niet-btw-plichtige kunstenaar wanneer door een afrekening met btw over de opbrengst de kunstenaar die btw toch moet afdragen. In het ergste geval met boete, terwijl bovendien dan geen recht bestaat op teruggave van btw op kosten.

Wanneer de kunstenaar niet btw-plichtig is wordt de afrekening daardoor anders.

Stel dat de galeriehouder namens de kunstenaar een werk verkoopt van € 500. Op de factuur mag geen btw voor de kunstenaar worden vermeld. De opbengst voor de kunstenaar is dan dezelfde € 500. Wanneer de commissie 40% is, bedraagt die € 200 exclusief btw. De galeriehouder moet daar 21% btw bovenop factureren, ofwel € 42. De kunstenaar betaalt € 242 inclusief btw voor de bemiddeling.

De verrekening tussen galerie en kunstenaar leidt vervolgens tot overmaking van € 500 – € 242, ofwel € 258.

Hier vind je deze transactie weergegeven in een afrekening door de galeriehouder aan deze niet-btw-plichtige kunstenaar:

Model afrekening
van: galeriehouder aan: kunstenaar
.
voor de kunstenaar ontvangen
levering van kunstwerk
bedrag exclusief btw 500
btw (niet van toepassing) 0
bedrag inclusief btw 500
.
door de kunstenaar te voldoen:
bemiddelingsprovisie 40% van € 500
bedrag exclusief btw 200
btw 21% 42
bedrag inclusief btw 242
.
verrekening van opbrengst en kosten:
te ontvangen door kunstenaar 500
te betalen door kunstenaar 242
per saldo te ontvangen door kunstenaar 258

De kunstenaar houdt aan deze transactie deze € 258 over. De galeriehouder houdt er € 200 commissie aan over.

Dutch Design Week 2009

Galerieverkopen en de winstberekening in de inkomstenbelasting

Het moment van de verkooptransactie is bepalend voor de winstberekening. Dat wil zeggen dat de opbrengst moet worden opgenomen in de verlies- en winstrekening van het jaar waarin de verkoop plaats vindt. Vertraging in de afrekening van een verkoop is geen reden de winst naar een volgend jaar te verplaatsen. Daarom is het belangrijk dat de galeriehouder tijdig afrekent. Dat wil zeggen, tijdig de koopsom incasseert bij de afnemer en die tijdig doorbetaald aan de de kunstenaar.

Dit wordt uitgebreider in een afzonderlijk artikel: Inkomstenbelasting en galerieverkopenbehandeld.

Bron: Beeldrijk

Hoe vergaat het kunstenaars die een één-ster-recensie krijgen?

Kunstenaar en schrijver Jan Hoek kreeg een vernietigende recensie in de krant: 1 ster. Hij zocht uit of dit het eind van zijn carrière betekent.

Het is 5 uur ’s middags, één dag voor de opening van mijn eerste grote solo-expositie in een Nederlands museum. Na een volle week opbouwen loop ik nog één keer door alle zalen om te kijken of het allemaal goed hangt. Het Stedelijk Museum Schiedam is een statig museum; een museum zoals God het ooit bedoeld heeft, met zuilen aan de voorkant, hoge plafonds en ramen waar schilderachtig licht door valt.

Ik loop langs de Sweet Crazies, de reeks waarvoor ik drie keer naar Ethiopië ben geweest en waarbij ik excentrieke dakloze mannen als trotse koningen en keizers op de foto zette. Ik loop langs de foto’s van Kim, een voormalig heroïne verslaafd meisje, dat droomde van een leven als supermodel. Ik werk inmiddels al vier jaar met haar samen en ik denk aan al die keren dat ik bij haar was – soms om te fotograferen, maar nog veel vaker om te overleggen hoe en wat we gaan doen, om een biertje te drinken, of om te ruziën over geld (Kim denkt soms opeens dat ik stiekem verschrikkelijk rijk ben geworden met haar foto’s, en dan fiets ik naar haar toe en laat ik op mijn telefoon zien dat ik 636 euro in de min sta, en vervolgens lukt het haar toch nog om 50 euro van me los te peuteren om bier te kopen, want ja ik kan net zo goed 686 euro in de min staan).

Ik loop langs de foto’s van de moderne Masai, op de foto gezet zoals zij dat willen, vervolgens langs de eclectische mix van ladyboys en schattige sexpats die ik in Pattaya aantrof, langs de werken die ik samen maakte met Ghanese straatschilder Stan en eindig bij de Sistaaz of the Castle, een groep transgender-sekswerkers die hun eigen kleding maken.

Ik sta weliswaar helemaal alleen in het museum, maar omringd door al mijn modellen die ik in de meest uiteenlopende uithoeken van de wereld ontmoet heb, voel ik me klaar voor de opening. Laat de bezoekers maar komen.

En de bezoekers kwamen. Bijvoorbeeld in de vorm van NRC Handelsblad-criticus Sandra Smets. En zoals het een recensent van een krant betaamt, vond ze er iets van. Eén van de vijf sterren kreeg ik. Het slechtst haalbare. Oké, dacht ik monter toen het nieuws me ter oren kwam, dat moest een keer gebeuren. Ik word al jaren lang omschreven als ‘controversieel kunstenaar’, maar had in de Nederlandse media tot nu toe enkel positieve recensies gehad. Nu is er dus eindelijk de controverse. Een uitgesproken één ster is ook zoveel beter dan een saaie twee-sterrenrecensie. Ik dacht aan Marilyn Manson en Elvis Presley, hoe de kranten daar ook schande van spraken, en even ging ik best wel lekker op het gevoel eindelijk een echte controversiële artiest te zijn.

Maar toch…

Ik las de recensie opnieuw. En nog een keer. Elke keer werd ik er een beetje verdrietiger van. De titel luidt: ‘Jan Hoeks foto’s: een rariteitenkabinet van ongelukkigen.’

Sandra heeft duidelijk niet dezelfde warme gevoelens bij mijn modellen als ik. Het stuk (hier op Blendle) begint met een betoog dat Kim mij nooit had moeten vertrouwen. Zou Kim dit ook lezen? vraag ik me meteen af. En wat betekent zo’n stuk voor de toch altijd weerbarstige band die ik in al die jaren met haar heb opgebouwd?

Het stuk betoogt vooral dat ik niet respectvol ben, dat ik bewust dingen in scène zet om het ongeluk in mijn modellen uit vergroten. Tussen de regels door lees ik dat ze me misschien nog eerder een slecht mens vindt dan een slechte kunstenaar. Nou goed, ik kan daar natuurlijk honderd dingen van vinden en hier een vurig betoog houden waarom ik heus wel een goed mens ben, maar dat is niet waar dit stuk om gaat – waar het om gaat is dat één-ster-recensies me mateloos fascineren.

Als je als recensent besluit om iemand niet dood te zwijgen, maar de moeite te nemen om een één-ster-recensie te schrijven, dan doe je dat omdat je denkt dat de wereld behoed moet worden voor deze kunstenaar en zijn kunst. Maar wat voor impact heeft zo’n recensie nou echt? Kan het een carrière maken of breken? Om daarachter te komen ging ik op zoek naar mijn één-ster-broeders en -zusters in de kunstwereld, kunstenaars die ooit de legendarische één ster kregen in een grote krant.

Dat was makkelijker gezegd dan gedaan. Via het internet kan je niet zoeken op sterren, dus ik hoopte dat de kranten zelf zouden weten wie ze ooit met de grond gelijk hebben gemaakt. De kunstredactie van de Volkskrant liet weten dat als ze iets bar slecht vinden, ze er gewoon niet over schrijven. Voor Het Parool schijnt hetzelfde op te gaan, Trouw doet überhaupt niet aan sterren, en de Telegraaf en Algemeen Dagblad boeit mensen in de elitaire kunstwereld zo weinig dat ik die ook maar even buiten beschouwing laat. Chef Cultuur van het NRC, Paul Steenhuis, zei me niet te kunnen vertellen of ze eerder recensies hebben geplaatst die net zo negatief zijn als de mijne.

Ik besloot mensen te mailen waarvan ik vermoedde dat ze wandelende encyclopedieën zijn op het gebied van de kunst. Al snel kwamen er twee namen bovendrijven van kunstenaars die de meest iconische vernietigende recensies ooit hebben gehad: Erwin Olaf en Marc Mulders.

 NRC-criticus Hans den Hartog Jager tipte me deze laatste, en voegde er bemoedigende woorden aan toe: “Volgens mij worden één-ster-recensies maar heel zelden gegeven, en als het gebeurt is het bijna altijd een statement.” Ook zei hij: “Verder, en dat is niet bedoeld als troost (…) zijn het bijna altijd uitgesproken kunstenaars die dit soort stukken krijgen – en dat zijn vervolgens ook zelden kunstenaars die in de vergetelheid verdwijnen.”

Erwin Olaf

Shirley, de studio-manager, mailde na een hoop mailen vriendelijk terug dat ze op de studio nooit te veel aandacht aan slechte recensies geven. Dat betekent overigens niet dat ze Olaf persoonlijk altijd helemaal koud hebben gelaten. Zijn befaamde vernietigende recensie kwam uit NRC Handelsblad en daarin sluit criticus Janneke Wesseling af met: “Het maakt niet of er een flesje bier staat of een mens. Deze mensen betekenen niets. Ze zijn gereduceerd tot object. Dit is wat zijn werk zo weerzinwekkend maakt.”

Later zei Erwin daarover in een interview met Kunstbeeld: “Dat wijf gaf me nul sterren. Toen dacht ik: nu kan iedereen de klere krijgen. Als ik haar tegenkom kan ze een grauw en een snauw krijgen.” Wat ik overigens de meest vertederende manier vind van iemand lichtelijk bedreigen. Maar goed, ondanks dat, lijkt het me wel duidelijk dat die ene recensie behalve een paar persoonlijke oprispingen bij Olaf, zijn carrière niet echt schade heeft gedaan.

Marc Mulders

Een andere methode dan negeren hanteerde schilder Marc Mulders toen hij in het jaar 2000, wederom van Janneke Wesseling, in NRC Handelsblad zijn vernietigende recensie kreeg. Daarin schreef zij: ‘Mulders wil niet minder dan ‘de diepte van hemel en hel’ schilderen, maar zijn werk is saai en futloos’. Het stuk sluit af met: ‘Het succes van Mulders berust op de clichés van de schilderkunst, zoals een lekkere vette penseelvoering, veel pasteuze materie en een gemakkelijk herkenbare, sentimentele onderwerpkeuze. Zijn werk is Music for the Millions. Mulders is de Julio Iglesias van de schilderkunst.’

Op zich lijkt het mij wel leuk om de Julio Iglesias van de schilderkunst te zijn, maar Marc Mulders was minder amused. Hij maakte er een zaak van bij de Raad van Journalistiek waarin hij zowel stelde dat Wesseling de journalistieke grens van fatsoen overtrad, als haar beschuldigde van feitelijke onjuistheden. Voor dat laatste werd hij in het gelijk gesteld.

Toen ik Marc vroeg of hij veel last van de recensie heeft gehad, zei hij dat hij de zaak voor een groot deel voor zijn moeder heeft aangespannen: “Ik had geen last van haar recensie, maar mijn moeder wel. Die werd op de bridgeclub door de andere dames gevraagd waar die haat toch vandaan kwam.”

 Op de vraag of hij het gevoel heeft dat het stuk zijn carrière heeft beïnvloed, antwoordde Marc: “Haar poging mij te ‘deleten’ is niet geslaagd, nee. Mijn werk bevindt zich in 21 collecties van Nederlandse musea en daarnaast bij zo’n beetje alle grote verzamelaars.”

Wel vraag ik me af of het echt de moeite loont een recensie met zoveel vuur te bestrijden. Is het niet beter om als kunstenaar de klappen van recensenten te accepteren, op dezelfde manier als dat je een regenbuitje voor lief neemt?

Menna Laura Meijer

Het gevoel van onmacht begreep ik een stuk beter nadat ik documentairemaker Menna Laura Meijer had gesproken.

De beeldend kunstenaars die een één-ster-recensie hebben gehad waren inmiddels op (ik kon ze in ieder geval niet meer vinden). Gek genoeg blijken in andere genres de één-ster-recensies veel rijkelijker te vloeien, vooral in de literatuur en de film.

De documentaire Sweety gaat over een 16-jarig meisje dat door drie bevriende jongens is vermoord. De dag nadat de film op IDFA in première ging verscheen er een kop in NRC Handelsblad: ‘De documentairemaker als lijkenpikker’. Toenmalig chef Cultuur Raymond van den Boogard trekt in de eerste zinnen gelijk van leer: “Soms zie je iets dat zó slecht is, dat twee tegengestelde neigingen om voorrang strijden: het geheel negeren, om op de artistieke wandaad niet de aandacht te vestigen; óf in het geweer komen, ter bestrijding van het kwaad.”

Menna: “De recensie ging niet over of het een slechte film was of niet, het ging over mijn moraal als maker. Daar was ik totaal niet op voorbereid. Na het lezen van de recensie denk je niet alleen dat ik een slechte maker ben, maar ook intrinsiek een slecht mens. Dat heeft mij persoonlijk heel veel gekost. Ik heb lang moeten worstelen met de vraag of ik op deze manier wel door wil in de documentaire-wereld.”

 “Je moet je voorstellen dat het maken van een documentaire minimaal drie jaar kost. Over elke stap heb je nagedacht en afgewogen wat jij het beste vindt. Daarentegen is het heel makkelijk om zo’n stuk te schrijven, vooral in verhouding tot het werk wat in de film zit, maar de impact van zo’n stuk is geweldig groot. Het meest eenzame vond ik dat zo’n recensie gelijk het laatste woord is. Nergens is er een back up, een discussie over de vraag of zo’n recensie terecht is.”

Ik begon beter te begrijpen waarom je, zoals Marc Mulders, zou besluiten om de recensie niet het laatste woord te laten zijn. Ik vroeg Menna of de recensie daarna ook echt impact heeft gehad op haar carrière, of het kwaad inderdaad bestreden was. “Nou, in de documentairewereld heeft zo’n recensie uiteindelijk geen vergaande consequenties. Ja, vanaf dat moment werd Sweety steevast ‘de controversiële film’ genoemd. En op het moment dat zo’n recensie verschijnt ben je al weer bezig met je nieuwe film. Nieuwe ronde, nieuwe kansen.”

Ernest van der Kwast

Het meest laconiek van alle mensen die ik sprak was schrijver Ernest van der Kwast. “Ik zat thuis en kreeg opeens een sms’je van mijn uitgever met de tekst: ‘Arie Storm is niet wijs.’ Ik wist toen nog niet dat Arie Storm mij in Het Parool (Blendle-link) een één-ster-recensie had gegeven. Ik las meteen het stuk en was er wel even goed chagrijnig van. Je hebt toch twee jaar aan zo’n boek gewerkt, over elk woord nagedacht, en dan is zo’n recensie als een mes in je rug.”

Als ik hem vraag hoe lang hij er precies chagrijnig over was, blijkt dat “toch wel een hele avond” geweest te zijn. Daarna belde de uitgever hem op om te zeggen: “Van deze recensent kan je veel beter één ster krijgen dan vijf. Alle boeken die hij goed vindt wil niemand lezen.” Dat hielp. Ernest: “Recensies zijn over het algemeen de sleutel tussen de lezer en de boekhandel. En nog veel erger dan één ster krijgen, is onbesproken blijven. Bovendien was de recensie van Arie Storm ook maar één recensie van de velen. De impact is dus vrij klein.”

Ernest schreef na deze recensie een hoop bestsellers en won diverse literaire prijzen, dus het is Arie Storm niet gelukt om Ernests loopbaan te dwarsbomen.

Concluderend kan ik zeggen dat ik toch stiekem wel opgelucht ben dat mijn één-ster-broeders en –zusters niet genadeloos ten gronde zijn gegaan. Sterker nog, allen hebben ongekend veel succes. Ik vind het leuk om te denken dat dat misschien ook wel een beetje door die slechte recensies komt. Want toen ik de mijne kreeg schrok ik me eerlijk gezegd toch een hoedje. Nu kan ik in elk geval weer slapen. (Grapje, dat kon ik al hoor.)

Jan Hoek schrijft voor VICE over kunst. Dit keer schrijft hij hoe het is om een één-ster-recensie te krijgen in NRC en interviewt hij andere makers die ook wel eens een vernietigende recensie in een grote krant hebben gehad.

Bron: VICE